Mont Avic, minder bekend dan Gran Paradiso
In het Aostadal in het noordwesten van Italië kun je heerlijk bergwandelen. De meesten doen dit in het Parco Nazionale Gran Paradiso. Een heerlijk gebied, maar wel druk in het hoogseizoen. Zeker in de weekenden bezoeken veel Italianen die streek en trekken erop uit. Veel minder bekend is het even zo mooie Parco Naturale Mont Avic, iets noordoostelijker gelegen. Het gebied leent zich bij uitstek voor een huttentocht van enkele dagen over een niet al te lastige paden. Wij hebben hier een 5 daagse trektocht gemaakt en hebben genoten van de prachtige natuur en de heerlijke stilte in het gebied. Vaak kwamen we bij onze overnachtingsplekken de eerste andere reizigers tegen. Wij vonden Mont Avic als wandelgebied daarom ideaal.
Start in Champorcher
Onze startbasis voor de huttentocht in Mont Avic was in het kleine plaatsje Champorcher. Hier hebben we overnacht in het schitterende Bed & Breakfast La Maison de Grand Mamam. De eigenaar heeft dit huis van zijn grootouders op fraaie wijze verbouwd en ingericht. Al het houtsnijwerk in het huis is van zijn hand. De kamers zijn comfortabel en zien er geweldig uit. En het ontbijt, geserveerd in de oude koeienstal, is overweldigend met heel veel bijzonder lekkere streekproducten. De eigenaar kent het gebied op zijn duimpje en bracht ons lopend door de mooie natuur naar het startpunt van de huttentocht. Ondertussen vertelde hij veel over alle planten die er in het gebied groeien. Je kunt hem ook boeken als gids voor diverse wandeltochten door het gebied.
Rifugio Dondena in Mont Avic
De eerste dag hebben we gelopen vanuit Champorcher naar Rifugio Dondena. In totaal betekent dit zo’n 650 hoogtemeters, die vooral in de het eerste deel van de tocht zitten. Hier loop je door een bosgebied om uiteindelijk op een bergachtig en open terrein te komen. Daarbij loop je over geaccidenteerd terrein, maar nergens is het heel ingewikkeld. De route-aanduidingen zijn goed, maar het is zeker handig om een gedetailleerde kaart bij je te hebben. Rifugio Dondena is een grote berghut met een in totaal 80 slaapplaatsen, verdeeld over privékamers en slaapzalen. Wij hadden een prive kamer, die netjes maar sober is ingericht. ‘s Avonds wordt er een voedzame maaltijd gekookt, simpel maar lekker. De volgende ochtend is er een prima ontbijt dat weer energie geeft voor de volgende wandeling. Ook kun je een lunchpakket meekrijgen als je voor “volpension” hebt gekozen.
De tweede dag hebben we vanuit deze berghut een wandeling gemaakt naar de diverse meren in de omgeving. Ons eerste doel was Lago Miserin. Over een licht stijgend pad, dat nooit echt moeilijk was, klommen we naar een hoogte van ongeveer 2600 meter. Bij het meer staat een klein, fotogeniek kapelletje. Iets verderop ligt ook een Rifugio. Dat is een heerlijke lunchplek waar je ook een fantastisch uitzicht hebt over de bergen en het meer. Daarna zijn we iets verder gelopen naar twee andere meren, Lago Nero en Lago Bianco. Omdat we die nacht weer sliepen in onze eerste berghut, hebben we hetzelfde pad terug genomen naar onze rifugio Dondena. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om te overnachten in Rifugio Miserin bij het gelijknamige meer.
Van de ene rifugio naar de andere
De derde dag stond een tocht vanuit Dondena naar Rifugio Barbustel op het programma. Dit was een lange tocht met af en toe stijgen en daarna weer dalen. Er zaten een paar flinke klimmetjes in, waar we ook dwars door de sneeuw moesten lopen. Nergens was het gevaarlijk. Wel hinderlijk was dat de routeaanwijzingen in het eerste deel niet goed zichtbaar waren. We hebben lang getwijfeld of we goed liepen, maar met behulp van onze kaart hebben we het juiste pad toch kunnen volgen. Ook deze dag hebben we nauwelijks mensen gezien. Af en toe zagen we heel in de verte een groep ver voor ons in het dal lopen. En onderweg zijn we een keer een trailrunner tegengekomen, die met een flinke snelheid de berg op rende, heel sportief! Ook tijdens deze wandeling zie je een paar fraaie bergmeren. waarbij Gran Lago, zoals de naam al doet vermoeden, de grootste is.
Het eindpunt was die dag Rifugio Barbustel. Een gezellige berghut die minder groot is. We waren hier met een Frans stel de enige gasten en zijn heerlijk in de watten gelegd door de vriendelijke eigenaar. Toen hij erachter kwam dat het die dag onze trouwdag was, werden we natuurlijk verrast met een heerlijk toetje, speciaal voor ons gemaakt. De kamers zijn hier simpel. Allemaal vierpersoons kamers met twee stapelbedden. Omdat het dus heerlijk rustig was, hadden we een kamer voor ons alleen. De douches zijn gedeeld en daarvoor moet je een klein bedrag betalen.
Terug naar Champorcher
De vierde dag werden we al vroeg gewekt door een helikopter pal boven ons. Wat bleek: De rifugio werd bevoorraad. Onder de helikopter hing een enorme zak vol met levensmiddelen. Twee keer kwam de helikopter terug om een nieuwe lading af te leveren en het afval en alle kratten weer mee terug te nemen. Omdat de berghut zo afgelegen ligt, moet de eigenaar regelmatig zich via de lucht laten bevoorraden. Deze dag hebben we vooral de directe omgeving verkend. De berghut ligt prachtig en biedt een geweldig mooi uitzicht op Mont Avic en omringende bergtoppen. Ook is het heerlijk om bij de diverse riviertjes die er stromen lekker met je voeten in het water te zitten om ze te laten afkoelen.
Onze laatste dag stond in het teken van de afdaling vanuit vanuit Rifugio Barbustel naar ons Bed & Breakfast in Champorcher. Het eerste deel van de tocht liepen we nog door open gebied, met uitzicht op weer enkele fraaie bergmeertjes. Gaandeweg kom je meer in de bossen en begint de lange afdaling naar Champorcher. Het pad is goed begaanbaar, maar afdalen is belastend voor je knieën. Ondersteuning via wandelstokken kan de druk wat verminderen op je knieën. In totaal daal je zo’n 600 hoogtemeters en kom je gaandeweg weer in de bewoonde wereld. En zie je ook weer eens andere mensen lopen. Terug in ons gezellige Bed & Breakfast was het tijd voor een heerlijk glaasje wijn in de lekkere tuin. We hadden een prachtige vijfdaagse huttentocht beleefd in een geweldig mooie omgeving die eigenlijk volledig ongerept was.
Goede wandelkaart
Tijdens de tocht door Mont Avic is een goede kaart onmisbaar. Wij hadden bij ons een kaart met een schaal van 1:25000, getiteld “Valle di Champorcher Parco Mont Avic”. Deze was gedetailleerd genoeg. De kaart is in het gebied te koop. Maar voor een goede voorbereiding op de huttentocht kun je hem beter vooraf online bestellen. Daarnaast maakten we gebruik van de ANWB Wandelgids Aostadal, geschreven door F.R. Scheck. Dit handzame boekje beschrijft diverse één- en meerdaagse wandeltochten in het Aostadal, waaronder de door ons gemaakte huttentocht in Mont Avic. Helaas schijnt dit boek niet meer te worden uitgegeven. Maar bij reisboekenwinkel De Zwerver kun je diverse wandelgidsen voor het Aostadal bestellen.