Absint: het groene goud van de Belle Époque

Absint: het groene goud van de Belle Époque

Home » Frankrijk » Absint: het groene goud van de Belle Époque
Absint, de groene fee. Een mysterieuze drank die eeuwen geleden al tot de verbeelding sprak. Maar wat is het nou eigenlijk? Absint is een sterke drank gemaakt van kruiden, met als belangrijkste ingrediënten anijs, venkel en alsem. Die laatste, een bittere plant, geeft absint zijn unieke smaak en zijn bijnaam “groene fee”. De drank krijgt zijn kleur door chlorofyl uit de kruiden. Geen kleurstof dus, maar puur natuur.

Geschiedenis van absint

Absint was in eerste instantie een geneesmiddel. Het verhaal gaat dat het recept werd ontwikkeld door een Franse arts die in 1792 in de Zwitserse Jura woonde. Hij gebruikte absintkruid (alsem), anijs en andere kruiden om een elixer te maken dat hij beschouwde als een remedie voor allerlei kwalen. Dit drankje vond zijn weg naar de Henriod-zusters, die het recept doorgaven aan hun buurman, Henri-Louis Pernod.

Pernod zag het potentieel van het drankje en begon in 1797 de eerste commerciële absint-distilleerderij in Couvet, in de Zwitserse Val de Travers. Later, in 1805, opende hij een tweede distilleerderij in Pontarlier, net over de grens in Frankrijk. Het recept en de bereidingswijze bleven hetzelfde, maar de vraag nam toe. Absint werd populair als aperitief en tonic, en niet lang daarna werd het de favoriete drank van kunstenaars en intellectuelen in Parijs.

Hoe maak je absint?

Het proces begint met het weken van alsem, anijs, venkel en andere kruiden in alcohol. Daarna wordt het mengsel gedistilleerd, net als gin of whisky. Vervolgens wordt het opnieuw gemengd met kruiden voor de smaak en de kleur. Het resultaat? Een sterke, kruidige drank met een alcoholpercentage van soms wel 70%! Maar geen paniek – je drinkt het nooit puur. Je verdunt het met water en soms wat suiker, wat zorgt voor die mooie, melkachtige waas in je glas.

De populariteit van absint

In de 19e eeuw was absint dé drank van kunstenaars, schrijvers en avonturiers. Mensen als Vincent van Gogh, Oscar Wilde en Ernest Hemingway zwoeren bij hun dagelijkse glaasje absint. Het werd gedronken in de cafés van Parijs, tijdens poëzie-avonden en in de kunstgaleries. Waarom? Het zou je creativiteit stimuleren, je geest openen. En natuurlijk gaf het een flinke kick door het hoge alcoholpercentage.

Absint reclame: verleiding in kleur

Absint was niet alleen een drank; het was ook een cultureel fenomeen. Dat zie je terug in de prachtige affiches die in de late 19e en vroege 20e eeuw werden gemaakt om absint te promoten. Deze posters waren echte kunstwerken, vaak in de stijl van Art Nouveau. Deze stijl kenmerkt zich door sierlijke lijnen, zwierige patronen en een organische, bijna dromerige uitstraling.

De affiches waren bedoeld om de mystiek en verleiding van absint over te brengen. Ze toonden vaak feeërieke vrouwen – de groene fee zelf – met lange, golvende haren, omringd door bloemen en planten. Soms hielden ze een glas absint omhoog, waarin het licht van de wereld leek te weerkaatsen. Bekende kunstenaars zoals Alphonse Mucha en Henri Privat-Livemont maakten deze posters, die nu nog steeds als iconisch en verzamelbaar worden beschouwd.

De felle kleuren en opvallende ontwerpen trokken de aandacht van voorbijgangers en benadrukten de levendige, creatieve energie die men associeerde met absint. Ze speelden een grote rol in het creëren van de bijna mythische status van de groene fee. De affiches waren niet zomaar reclame; ze waren uitnodigingen naar een wereld van verbeelding en avontuur – precies zoals absint bedoeld was.

Absinthisme: het spook van de groene fee

“Absinthisme” was een term die in de 19e en vroege 20e eeuw opdook, toen absint steeds populairder werd. Het werd gebruikt om een reeks van symptomen te beschrijven die zogenaamd werden veroorzaakt door overmatig gebruik van absint. Mensen geloofden dat het drinken van absint niet alleen leidde tot gewone dronkenschap, maar ook tot ernstigere klachten zoals hallucinaties, epileptische aanvallen, waanzin, en zelfs de dood. Absinthisme werd gezien als een uniek, gevaarlijk fenomeen – anders dan alcoholisme.

Deze angst werd gevoed door verschillende incidenten, zoals de beruchte “absintmoord” van 1905 in Zwitserland, waarbij een man zijn familie vermoordde nadat hij absint had gedronken. Dergelijke incidenten veroorzaakten morele paniek en gaven aanleiding tot campagnes om absint te verbieden. Wetenschappers en artsen van die tijd beweerden dat thujon, een stof in alsem, verantwoordelijk was voor genoemde symptomen. Ze geloofden dat thujon de hersenen kon aantasten en zo leidde tot absinthisme.

Later onderzoek toonde echter aan dat deze claims grotendeels overdreven of onjuist waren. De hoeveelheden thujon in absint waren te laag om de effecten te veroorzaken die destijds werden toegeschreven aan absinthisme. Wat men toen beschouwde als “absinthisme” was waarschijnlijk vooral het gevolg van overmatig alcoholgebruik in het algemeen. Dit in een tijd waarin men ook andere sterke drank en goedkope, met chemicaliën verontreinigde, absint dronk.

Toch speelde de term “absinthisme” een belangrijke rol in de geschiedenis van de groene fee. Het leidde uiteindelijk tot de verboden in veel landen. Pas in de late 20e eeuw werd absint in ere hersteld, toen bleek dat het allemaal een kwestie van mythe en misvatting was geweest.

Illegale stokerijen en de comeback

Verboden? Geen probleem! Absint verdween uit het zicht, maar niet uit de harten van zijn liefhebbers. Er werd volop illegaal gestookt in schuren, kelders en afgelegen dorpen. Vooral in de Val de Travers, waar absint zijn oorsprong vond. Hier bleef de traditie levend, stiekem en rebels.

In de jaren ’90 begon de wederopstanding van absint. Onderzoek toonde aan dat thujon in absint niet gevaarlijk was in normale hoeveelheden. Langzaam maar zeker werd de ban opgeheven. Kleine distilleerderijen kwamen weer boven water. De groene fee maakte haar comeback. En nu is ze weer overal: in hippe cocktailbars, op festivals, en zelfs op de “Route d’Absinthe”. de fraaie wandelroute door de Jura.

Absint is terug van weggeweest. En net als vroeger is het nog steeds een drank voor de dromers, de durvers en de creatievelingen. Proost op de groene fee!

Het absintritueel: magie in een glas

Het drinken van absint is niet zomaar een slok nemen. Het is een ritueel. Eerst zet je een speciaal lepeltje, vaak prachtig versierd, op de rand van je glas. Op het lepeltje leg je een suikerklontje. Vanuit een absintfles of -fontein druppelt ijskoud water langzaam over de suiker, die zachtjes smelt en in het glas druipt. Langzaam verandert de heldergroene absint in een troebele, melkachtige vloeistof. Dit noemen ze de “louche”. Het water vermengt zich met de drank en zorgt voor een nieuwe, rijke smaak.

Maar dit ritueel is meer dan alleen een manier om je absint te bereiden. Het symboliseert de mystiek van de groene fee – langzaam onthuld, laag voor laag. Het is een moment van geduld, van toewijding. De kunstzinnige lepels die hiervoor worden gebruikt, zijn vaak gemaakt van zilver of tin, met ingewikkelde patronen van bloemen, feeën of sierlijke vormen. Elk lepeltje is uniek, net als de drinker. Ze voegen een vleugje fantasie toe aan het ritueel, net zoals absint dat doet voor de geest. Kortom, het is een ode aan schoonheid, mysterie en verbeelding – precies wat de groene fee je belooft.

De Jura: perfecte regio voor absint

Waarom juist de Jura? De Franse en Zwitserse Jura-regio’s zijn ideaal voor de productie van absint. De bergen, het koele klimaat, en de kalkrijke bodem zorgen voor de perfecte omstandigheden voor het kweken van de kruiden die essentieel zijn voor absint. Vooral alsem groeit hier weelderig. Het pure bronwater uit de bergen is ook cruciaal. Het water is zacht en mineraalrijk, wat bijdraagt aan de zuiverheid en de smaak van de absint.

Daarnaast waren de Jura-regio’s afgelegen en dunbevolkt, wat ze tot perfecte plekken maakte voor het illegaal blijven produceren van absint tijdens de verbodsperiode. Deze streek is dan ook de geboorteplaats en de ziel van absint – hier is de groene fee tot leven gekomen en hier keert zij steeds weer terug.

De Route d’Absinthe wandelen

Een unieke wandelroute van 48 kilometer onthult alle geheimen van deze mythische drank. Wij liepen drie dagen lang vanaf Pontarlier in Frankrijk tot Couvet in Zwitserland. Het werd een tocht die ons leidde door het hart van de absint-wereld. We liepen door bossen, langs velden en oude distilleerderijen. Onderweg bezochten we musea en producenten. We hadden elk moment een schitterend uitzicht over de Jura. Trek je wandelschoenen daarom aan en laat de groene fee je gids zijn op de Route d’Absinthe! In onze uitgebreide blog over de Route d’Absinthe lees je onze ervaringen en tips.

Op uitnodiging van de regio Bourgogne-Franche-Comté, Montagnes du Jura en het Bureau du Tourisme Haut-Doubs liepen wij de Route d’Absinthe. De blog hebben we onafhankelijk en objectief samengesteld op basis van eigen indrukken.