De meeste mensen kennen de Algarve voornamelijk van de prachtige kustlandschappen, heerlijke zandstranden, de golfbanen en het zonnige klimaat. Maar deze populaire, meest zuidelijk gelegen regio heeft nog veel meer te bieden. Zo vind je buiten de steden een glooiend en bosrijk landschap met prachtige, historische stadjes en forten. Verder in het oosten maakt een reeks zandeilanden en lagunes deel uit van een beschermd natuurpark. In het westen lonkt een andere, meer afgelegen en wildere Algarve. Hier kom je om te genieten van de rust en het uitzicht op een woelige, Atlantische Oceaan.
Wat valt er te zien en te beleven in de Algarve
Net als vele andere Nederlanders en Belgen, bezochten wij de Algarve in de winter. Zo konden we de natte, sneeuwloze winter in eigen land tijdelijk ontvluchten. Voor ons verblijf kozen we Portimão als thuisbasis. Van hieruit verkenden we de Algarve van Faro tot aan Sagres in het westen. In deze blog beschrijven we enkele van onze favorieten als suggestie voor jouw bezoek aan de Algarve.
Loulé
Redelijk dichtbij Faro, maar wat meer in het binnenland ligt Loulé. Het is een klein stadje met een bijzonder karakter en een fascinerende historie. Loulé is vooral bekend om zijn overdekte, super gezellige groente- en fruitmarkt. Vooral op zaterdag, wanneer de boeren uit de omgeving met hun verswaren naar de stad trekken. Ook buiten de eeuwenoude markthal vind je dan vele kraampjes met streekproducten.
Al in de tijd van de Moren was Loulé een bloeiend handelscentrum. Om de stad te beschermen bouwden de Moren in de 12e eeuw een kasteel. Vanaf de kasteelwal heb je een mooi uitzicht over de oude stad. De Moorse invloed is overigens overal in Loulé goed zichtbaar. Zo heb je er de ruïnes van een islamitisch badhuis. Daarnaast is de prachtige kapel Nossa Senhora da Conceição een bezoekje waard. In de vloer zie je nog de fundering van een 12e eeuws, Moors huis. En de hoge klokkentoren van de Matriz de São Clemente was vroeger een minaret.
Wat Loulé eveneens interessant maakt, zo vinden wij, is de rustige omgeving. Je vindt hier niet het massatoerisme dat je direct aan de kust in het hoogseizoen hebt. Je vindt er wel cultuur en historie, én prachtige wandelroutes.
Faro
Faro is de toegangspoort tot de Algarve. In de hoofdstad van de regio ligt de internationale luchthaven. De meeste reizigers laten Faro bij hun aankomst links liggen. Zodra ze hun huurauto hebben opgepikt rijden ze door naar andere kuststeden als Albufeira en Portimão. Toch is het rustige Faro een bezoek absoluut waard.
De oude stad heeft een Romeins en Moors fundament en wordt omringd door dikke verdedigingsmuren. Faro werd zwaar beschadigd door een grote aardbeving in midden 18e eeuw. De talrijke bezienswaardigheden zijn daarom voornamelijk uit de 18e en 19e eeuw. Een van de uitzonderingen is de kathedraal van Se uit de 13e eeuw. Na de aardbeving werd de prachtige kerk perfect hersteld. Mis tijdens je bezoek aan de kathedraal vooral het fraaie uitzicht niet vanuit de toren!
Net als in Évora heb je ook in Faro een kapel der beenderen. Je vindt de kapel aan de achterzijde van de Igreja de Nosso Senhora do Carmo. Naast andere, interessante oude kerkjes zijn ook de overgebleven stadspoorten bezienswaardigheden. Bekijk sowieso de Arco da Vila. Maar je hoeft niet per se historische gebouwen te bezoeken om toch van Faro te genieten. Alleen al de wirwar van geplaveide straatjes en lommerrijke pleinen maken een bezoek aan Faro bijzonder plezierig.
Portimão
Portimão is de op één na grootste stad van de regio. We vinden dat de stad het niet moet hebben van historie en uiterlijke schoon. Je vindt er veel hoogbouw, vooral vlakbij het strand. Maar Portimão maakt dit wat ons betreft meer dan goed. Zo bevindt de stad zich aan de prachtige Arade-rivier. Door het tij heb je hier brak water wat veel vis en bijzondere vogelsoorten aantrekt. Bijvoorbeeld flamingo’s en lepelaars, maar ook letterlijk honderden ooievaars. Vanuit de stad kun je rond hoogtij prachtige kanotochten stroomopwaarts maken.
Klik op de foto voor een kort videofragment van kanoërs op de Arade-rivier bij Portimão
In de stad zelf vonden wij met name de Ribeirinha boulevard een fijne plek om wat te slenteren. Je hebt er de jachthaven en een bijzonder interessant, interactief museum. Dit museum is gevestigd in een voormalige conservenfabriek. Het vertelt de geschiedenis van de visserij en de conservenindustrie van de stad. Het museum bevindt zich op loopafstand van een van de beroemdste stranden van de Algarve: het prachtig goudkleurige Praia da Rocha. Hier hebben wij op coronaproof wijze Oud & Nieuw gevierd.
Ook de directe omgeving van Portimão is een bezoek waard. Zo heb je direct aan de overzijde van de Arade-riviermonding een prachtige wandelroute langs steile kliffen. Wat meer stroomopwaarts bevindt zich het bijzonder pittoreske, eeuwenoude stadje Estômbar. En verder staat Portimão onder autosportliefhebbers bekend om het moderne Formule 1-racecircuit.
Silves
Op de terugweg van een van onze wandelingen passeerden we Silves. Dit bijzonder pittoreske stadje is één van de mooiste stadjes van de Algarve. Het ligt op een heuvel en kijkt uit over een vruchtbare vallei vol sinaasappelbomen, olijfbomen en wijngaarden. In Silves kun je heerlijk slenteren over de smalle, soms steile straatjes. Je loopt dan langs interessante, oude kerken en huizen, en gezellige, kleine terrasjes. Maar de absolute blikvanger van Silves is het grote kasteel.
De Moren bouwden het in de 11e eeuw op een Romeinse fundering ter bescherming van de stad. In die tijd heette Silves nog Xelb, en was het de Moorse hoofdstad van het westen. De koperrode kasteelmuur is nagenoeg volledig intact. Binnen die muren is er echter weinig meer over wat herinnert aan vroegere tijden. Een uitzondering is het Museu Arqueológico, een indrukwekkend waterreservoir met een 18 meter diepe put. Je vindt er ook een interessante tentoonstelling.
Lagos
Lagos is een van de meest bekende badplaatsen aan de Algarve. Het stadje zelf is van groot historisch maritiem belang. Van hieruit vertrokken de eerste Portugese ontdekkingsreizigers naar verre oorden. Je hebt er middeleeuwse kasteelmuren met daarbinnen fraaie oude kerken en patriciërswoningen. Maar ook kronkelige straatjes die nauwelijks breed genoeg zijn voor zelfs de kleinste auto’s. En verder schilderachtige winkeltjes, gezellige terrassen en uitstekende restaurants.
Toch is het vooral de kust die vakantiegangers trekt. Hier vind je namelijk een ronduit prachtige kustlijn met kliffen, grotten en spelonken. En enkele van de mooiste stranden van de Algarve. Beeld je daarbij spectaculaire, okerkleurige rotsformaties met sprankelend azuurblauw zeewater in, en het plaatje is compleet. De beste manier om van deze idyllische omgeving te genieten is per boot. Er zijn dan ook veel excursies en de mooiste boottochten te boeken.
Sagres
Sagres, volgens sommigen de surfhoofdstad van Europa, is de meest zuidwestelijke gemeente van het Europese vasteland. Het oude vissersdorpje is leuk om doorheen te wandelen. Het is er bijzonder relaxed. Hier komen niet de drommen strandtoeristen maar meer de jongere surfliefhebbers. Hendrik de Zeevaarder had hier begin 15e eeuw een zeevaartschool. De leerlingen leerden er zeilen rond de door de wind geteisterde kaap.
De belangrijkste bezienswaardigheden zijn echter de vuurtoren van Cabo de São Vicente, en het enorme Fortaleza: een fort uit de 16e eeuw dat gebouwd is op 50 meter hoge kliffen. Vanaf de muren van het fort heb je een prachtig uitzicht op de onstuimige, Atlantische oceaan. Binnen de muren valt er verrassend weinig te zien. Wel heb je er een stokoude, piepkleine kapel: de Nossa Senhora da Graça. En er ligt een reusachtig grote windroos van stenen. Een korte wandeling voert je langs de steile kliffen van de landtong.
Wandelen in de Algarve
In de Algarve kun je ondanks het soms dorre landschap, verrassend veel prachtige wandelingen maken. We noemen er enkele ter inspiratie.
Serra de Monchique
De Serra de Monchique is een prachtig, bergachtig gebied met eucalyptusbossen en kleine watervallen (in de winter). Een van de mooiste wandelingen die je er kunt maken is die naar de Foia: met ruim 900 meter hoogte het hoogste punt van de Algarve. Vanaf de top heb je een fantastisch uitzicht over de kustlijn van de Algarve. Op heldere dagen kun je Portimão en Lagos in het zuiden zien liggen. En Cabo de São Vicente in het westen. Er gaan diverse routes naar de top. De meest gebruikelijke is de populaire Via Algarviana van twaalf kilometer heen en terug. De Via Algarviana is overigens een 300 kilometer lange wandeling die de hele regio doorkruist.
Loulé
Ook in de omgeving van Loulé heb je vele wandelmogelijkheden. Een daarvan is de vijf kilometer lange natuurwandeling naar Fonte Benémola: een groene oase in een betrekkelijk dor ogend landschap van pijnboombossen en kurkeiken. Tijdens de wandeling volg je het stroompje naar de bron. Je vindt er interessante flora en fauna. Denk aan orchideeën en met een beetje geluk zelfs aan otters.
São Bartolomeu de Messines
De eerder genoemde Via Algarviana voert ook langs het stuwmeer bij São Bartolomeu de Messines. Wij hebben hier gewandeld toen de kust op dat moment onder een deken van zeemist lag. Het letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van de wandeling is het uitzicht op het grote stuwmeer in de Arade-rivier. Dit deel van de Via Algarviana is in totaal 29 kilometer lang. Wij hebben echter alleen het stuk gewandeld vanaf de parkeerplaats bij de dam naar de hoogste heuveltoppen. Het is even klimmen maar wel goed te doen.
Praktische zaken voor je bezoek aan de Algarve
Feitelijk is je bezoek aan de Algarve niet seizoensgebonden. Wij zelf waren er in de winter en hadden er overwegend blauwe luchten en temperaturen van tussen de 15 en de 19 graden. Niet voor niets komen hier ook veel Nederlanders overwinteren! In de zomermaanden kan het er erg warm zijn. De Atlantische Oceaan zorgt dan dankzij de watertemperatuur van rond de 24°C voor voldoende afkoeling.
Je komt er het snelst met het vliegtuig. In drie uur tijd vlieg je vanaf Schiphol rechtstreeks naar Faro. Hier kun je het beste een huurauto nemen. Je bent dan vrij om te gaan en te staan waar je wilt. Maar ook de trein is een goede optie om je te verplaatsen. De spoorlijn verbindt Lagos in het westen met Vila Real de Santo António aan de grens met Spanje. Onderweg doet de trein de meeste steden aan. Mogelijk dat je een paar keer moet overstappen, maar je hoeft meestal niet lang op de volgende trein te wachten.
In de gehele Algarve is bijzonder veel accommodatie te vinden. De mogelijkheden variëren van resorts en hotels tot bed & breakfasts, appartementen en zelfs complete villa’s. Kijk voor luxe, historische en bijzondere accommodatie ook op de website van de pousadas. Op het platteland heb je daarnaast ruime keuze uit solares en estalagens. Wij zelf verbleven in het uiterst comfortabele Arade Riverside Modern Apartment aan de Arade-rivier bij Portimão. Met een hot tub op het dakterras met uitzicht op de Arade-rivier konden we ons geen betere accommodatie wensen.
De Algarve is beroemd om zijn hete en pittige Piri Piri-kip, die overal te vinden is. En dankzij de lange kustlijn heb je er ook de heerlijkste visgerechten. Vis wordt, net als vlees, vaak gegrild en geserveerd met een salade en gekookte aardappelen of frietjes. In augustus viert Portimão het jaarlijkse ‘Sardine Festival’. Een perfecte tijd om verse sardientjes te proeven en een kleinschalig, Portugees festival mee te maken. Maar ook javoli (everzwijn) en leitão (speenvarken) zijn gerechten die beslist het proberen waard zijn. Net als de cabrito no forno (in de oven geroosterde geit).
Klik op de foto voor een kort videofragment van een visser in Sagres