Hoogtepunten van de Caminos de Pasión | deel 2

Het tweede en daarmee laatste deel van onze reis over de Caminos de Pasión voert door de provincie Sevilla. We starten net aan de overzijde van de rivier de Genil waar we fietsend richting Osuna gaan. Vervolgens bezoeken we de bijzonder charmante steden Écija en Carmona waarna we onze ontdekkingstocht afsluiten in Utrera.

Deel 2 van onze tocht langs de hoogtepunten van de Caminos de Pasión

Zodra we de brug bij Puente de Genil oversteken, passeren we de provinciegrens van Córdoba met Sevilla. Hier wacht onze fietsgids José-Luis ons al op met de e-bikes. We maken ons vervolgens klaar voor etappe 7 van de GR-341. Het weer zit ons helaas niet mee: nog voordat we op onze stalen ros stappen miezert het al. Maar zodra we even later de Sierra de Gilena bereiken, hebben we alleen nog maar oog voor de omgeving.

Deze relatief onbekende bergketen biedt een gevarieerd natuurlandschap dat kenmerkend is voor het Mediterrane berggebied. Zo vinden we er een mix van steeneiken, kurkeiken en pijnbomen, afgewisseld met open gebieden van struikgewassen. Op een informatiebordje lezen we dat de fauna hier rijk is aan vogelsoorten, waaronder roofvogels zoals de steenarend en de vale gier. Zoogdieren als vossen en Iberische steenbokken vinden hier hun thuis. Maar ook diverse reptielensoorten komen voor, zoals de hoefijzerslang en de trapslang. Het gebied is daarnaast populair onder fietsers dankzij de vele, goed begaanbare routes.

Osuna

Etappe 7 van de Caminos de Pasión leidt ons naar Osuna, een historische stad rijk aan cultuur en architectuur. De geschiedenis van Osuna gaat zoals veel steden in deze regio terug tot de Romeinse tijd. Het heette toen Urso. De stad bloeide onder Moorse heerschappij en werd later een belangrijk cultureel en educatief centrum onder het bestuur van de hertogen van Osuna. Hoogtepunt in die periode was de oprichting van de Universiteit van Osuna in de 16e eeuw.

Onze stadsgids Ana gaat ons voor door de beklinkerde, pittoreske straatjes naar een van de absolute hoogtepunten van de stad: de Colegiata de Nuestra Señora de la Asunción. Deze kerk is een indrukwekkend voorbeeld van renaissancearchitectuur in Andalusië. De 16e-eeuwse kerk, gebouwd in opdracht van de hertogen van Osuna, imponeert met haar majestueuze gevel en de prachtige retabels. Ana vertelt ons dat de kerk eerder op het punt heeft gestaan in te storten. Genereuze bijdragen van vermogende families uit de omgeving hebben de renovatie en versterking van het bouwwerk mogelijk gemaakt. Ana verzekert ons dat de kerk nu weer veilig toegankelijk is.

Waar we overigens nog meer van onder de indruk zijn, is de grafkapel van de hertogen van Osuna. De kapel, die uitsluitend toegankelijk was voor de hertogen, heeft een schitterend gedecoreerd plafond en een uitgebreide collectie religieuze kunst. Het wordt ons direct duidelijk dat de adellijke familie die de kapel liet bouwen niet alleen religieuze devotie had, maar ook macht en enorme rijkdom.

Écija

Onze volgende stop is Écija. Deze stad heeft maar liefst drie bijnamen: “Stad van de Zon” , “Braadpan van Andalusië” (vanwege de hoge temperaturen in de zomer) en “Stad van de Torens”. Vandaag doet de stad haar eerste twee bijnamen zeker geen eer aan. Bij aankomst in de stad regent het en is het fris. Het stadsbeeld van Écija bevestigt wel de derde bijnaam: ons wacht een indrukwekkende collectie van barokke kerktorens. Deze torens, die veelal versierd zijn met kleurrijke azulejos (keramische tegels), bieden een uniek panorama dat de skyline van de stad domineert.

Mercedes, onze stadsgids in Écija, praat ons bij over de geschiedenis van de stad. In de Romeinse tijd stond de stad bekend als Astigi. Het was in die tijd een belangrijk centrum voor olijfolieproductie. Na de val van het Romeinse Rijk kwam Écija onder Visigotische en later Moorse heerschappij. Tijdens de Reconquista werd de stad in 1240 heroverd door Ferdinand III van Castilië. In de daaropvolgende eeuwen bloeide Écija als een belangrijk cultureel en economisch centrum. Dit resulteerde in de bouw van prachtige barokke kerken en paleizen.

Ondanks de regen genieten we van elke stap die we in deze stad zetten. Wat is Écija toch ongelooflijk mooi! Mercedes leidt ons langs vele fraaie bezienswaardigheden. Twee daarvan mogen wat ons betreft beslist niet tijdens je bezoek aan Écija ontbreken: het Palacio de Peñaflor en de Iglesia de los Descalzos.

Palacio de Peñaflor

Het Palacio de Peñaflor is een barok paleis stadspaleis uit de 18e eeuw. Het paleis was tot 1958 in bezit van de familie Peñaflor en werd daarna gebruikt voor verschillende doeleinden. In 1992 werd het gekocht door de gemeente Écija en onderging het een uitgebreide restauratie. Het paleis kenmerkt zich door een indrukwekkende gevel met lange balkons (vandaar ook de bijnaam Paleis van de Lange Balkons). Eenmaal binnen de poort van het paleis treffen we een centraal binnenplein met marmeren zuilen en een fontein. Verder bewonderen we de rijk versierde interieurs met fresco’s en stucwerk, en de ongekend fraaie stallen. Tegenwoordig is het paleis gedeeltelijk open voor publiek en fungeert het als cultureel centrum.

Iglesia de los Descalzos

De Kerk van de Schone Ontvangenis is een voormalige kloosterkerk van ongeschoeide karmelieten (“Los Descalzos”) uit de vroege 17e eeuw. Na 30 jaar gesloten te zijn geweest, onderging de kerk tussen 2006 en 2009 een grondige restauratie. Deze restauratie omvatte structurele reparaties en de renovatie van het rijke interieur, waaronder stucwerk, altaarstukken en liturgische voorwerpen. Het project won verschillende prijzen en heeft de kerk hersteld tot een van de mooiste voorbeelden van barokarchitectuur in de provincie Sevilla. Wij kunnen dit alleen maar beamen. De decoraties zijn zo kleurrijk en verfijnd dat we niet genoeg foto’s kunnen maken.

Carmona

De volgende ochtend zetten we koers naar Carmona, de negende stad aan de Caminos de Pasión. Hier nuttigen we bij Parador de Carmona ook ons ontbijt. Alhoewel de eetzaal wat sober oogt, vinden we het hotel zelf erg fraai. Maar wat de parador extra bijzonder maakt is het panorma: net als de stad Carmona bevindt het hotel zich op de Alcores-heuvelrug. Vanaf deze heuvelrug heb je een verbluffend uitzicht over de vruchtbare vlakte van de Guadalquivir-rivier.

In Carmona heet onze gids Almudena ons welkom. Terwijl ze ons rondleidt door het historische centrum krijgen we te horen dat de geschiedenis van Carmona eruggaat tot de Feniciërs. De stad werd later een belangrijk Romeins bolwerk. Onder Moorse heerschappij werd Carmona verder versterkt met muren en paleizen. Na een periode als onafhankelijk taifa-koninkrijk in de 11e eeuw, werd de stad in 1247 veroverd door Ferdinand III van Castilië. Door de eeuwen heen bleef de stad een belangrijk landbouwcentrum, met een economie gebaseerd op grootgrondbezit.

De vele bezienswaardigheden van Carmona

In Carmona kunnen we ons prima een dag vermaken, zoveel bijzondere bezienswaardigheden liggen op ons te wachten. Langs die bezienswaardigheden voeren diverse ‘rutas turísticas’, stadswandelingen uitgezet door de VVV van Carmona. Zo kom je langs de Iglesia de Santa María de la Asunción. Deze kerk, gebouwd op de plaats van een voormalige moskee, is een prachtig voorbeeld van gotische en renaissance architectuur. Een andere bezienswaardigheid is de Romeinse Necropolis dat net als het amfitheater getuigen van Carmona’s Romeinse verleden.

Daarnaast kenmerkt de stad zich door verschillende andere kerken, zoals San Pedro, San Bartolomé en San Felipe, die elk hun eigen architectonische en historische waarde hebben. De Puerta de Córdoba is een oude stadspoort die een indrukwekkende entree tot de oude stad vormt. Het stadhuis en de Plaza de Abastos, de oude marktplaats, zijn eveneens belangrijke bezienswaardigheden die de rijke cultuur en geschiedenis van Carmona weerspiegelen.

Alcázar de la Puerta de Sevilla

Onder begeleiding van Almudena bezoeken we enkele van de bovengenoemde bezienswaardigheden. Maar het hoogtepunt van ons bezoek aan Carmona is toch wel het Alcázar de la Puerta de Sevilla. Dit verdedigingscomplex combineert elementen uit verschillende tijdperken, waaronder Romeinse, Moorse en middeleeuwse architectuur. Oorspronkelijk diende het als een belangrijke toegangspoort tot de stad en werd later uitgebreid tot een fort. Vanaf de top hebben we een fraai uitzicht over de stad en de omliggende vlaktes van Andalusië.

Utrera

De laatste stad aan onze reisroute is Utrera. Het weer is in de tussentijd aardig opgeklaard. We kunnen dan ook niet wachten om het charmante stadje te bezichtigen. Isabel, onze gids in Utrera, pikt ons vervolgens op en leidt ons verder het historische centrum in. We komen uit in een labyrint van smalle straatjes en pleinen, omzoomd door witgekalkte huizen en imposante kerken.

Een van de bezienswaardigheden waar we wat langer rondhangen is het Museo Hospital de la Santa Resurrección. Dit museum is gevestigd in een historisch ziekenhuis dat in 1514 werd gesticht door Catalina de Perea. Het complex, dat nog steeds functioneert als bejaardentehuis, omvat een museum dat waardevolle kunstwerken bevat. Zoals barokke altaarstukken en 16e-eeuwse beeldhouwwerken. De combinatie van architectuur, kunst en sociale geschiedenis maakt het tot een leuk en interessant museum.

We brengen vervolgens een bezoek aan een van de vele patisserieën waar we de heerlijke ‘Mostachon de Utrera’ (een soort eierkoek) proeven. Daarna doen we nog de Parroquia de Santiago el Mayor aan. Deze 14e-eeuwse parochiekerk is een belangrijk voorbeeld van de religieuze architectuur in de stad. We blijven er niet al te lang omdat we, met het zonnige weer van dit moment, toch liever buiten zijn. Zo blijft er gelukkig nog tijd over om ook het kasteel van Utrera te bewonderen.

Dit kasteel is een indrukwekkend overblijfsel uit de Moorse periode. Het werd gebouwd in de 13e eeuw als een verdedigingsbolwerk. Sindsdien heeft het kasteel verschillende aanpassingen en restauraties ondergaan. Slechts een deel van de oorspronkelijke structuur is bewaard gebleven. We kunnen niet ergens naar binnen dus dwalen we er wat omheen en genieten met volle teugen van een fraaie zonsondergang. Een waardig afscheid van een bijzondere reis langs de tien steden van de Caminos de Pasión.

Caminos de Pasión – onze bevindingen

Wij ontdekten dat een tocht over de Caminos de Pasión een geweldige manier is om het echte Andalusië te ervaren. We vonden het bijzonder plezierig omdat we nu een authentiek deel van deze prachtige regio hebben leren kennen. Tijdens onze reis werden we ondergedompeld in de rijke cultuur, geschiedenis en tradities van het Andalusische binnenland. We proefden heerlijke lokale gerechten, bewonderden eeuwenoude architectuur en genoten van de warme gastvrijheid van de lokale bevolking.

Deze tocht maakten we op uitnodiging van het Spaans Verkeersbureau. Dit bood ons de kans om ons in korte tijd een goede indruk te vormen van de vele bezienswaardigheden aan de Caminos de Pasión. Maar een midweek is ons inziens veel te kort om optimaal te genieten van wat dit deel van Andalusië te bieden heeft. Om die reden adviseren we je om een dikke week tot twee weken voor de Caminos de Pasión uit te trekken. Namelijk een week als je met de (huur)auto reist en zeker twee weken als je de route per fiets aflegt.

Dit interesseert je wellicht ook

• Bezienswaardigheden aan de Caminos de Pasión | deel 1
• Stedentrip naar het heerlijk zonnige Malaga
• Historische stadswandeling door de oude havenstad Cartagena
• Caravaca de la Cruz – stad van cultuur, historie en tradities
• Bezienswaardigheden langs de Camino Francés | deel 1
• Hoogtepunten langs de Camino Francés | deel 2