Frans Baskenland, ideaal voor rustzoekers
In het zuidwesten van Frankrijk, in het departement Pyrénées-Atlantiques, ligt Frans Baskenland. De Pyreneeën vormen de afscheiding tussen het Franse en Spaanse deel van Baskenland. De bevolking spreekt hier naast de officiële Franse taal, ook het Baskisch. Zo zijn de plaatsaanduidingen altijd in beide talen. In het gebied vind je veel mooie natuur. Er zijn woeste bergen, wellicht bekend van heroïsche etappes uit de Tour de France, mooie rotskloven en prachtige wandelgebieden. Daarnaast is het gebied ideaal voor rustzoekers, het is er veel minder toeristisch dan in veel andere streken. Tot slot vind je er ook diverse karakteristieke plaatsen in Frans Baskenland.
Onze hoogtepunten van Frans Baskenland
Wij hebben ruim een week in deze streek rondgetrokken met onze camper. Wat opvalt is de rust die we overal vonden. De kleine campings waren, hoewel het hoogseizoen was, zeker niet vol. De nabijgelegen dorpen hadden vaak niet meer dan 1.000 inwoners.
Gorges d’Holzarté en Gorges de Kakuetta
Gorges d’Holzarte is een kloof in de Haute Soule. Hier vind je enkele mooie bergtoppen, zoals Pic d’Orhy. We hebben hier een prachtige wandeltocht gemaakt van bijna een hele dag. De wandeling is op zich niet zwaar. Onderweg passeer je de Passerelle d’Holzarte, een enorme, wiebelende hangbrug van ongeveer 150 meter. Men gebruikt de brug vooral om het vee in het voorjaar naar hoger gebied te verplaatsen. Het uitzicht op de brug is spectaculair. Je kijkt naar een enorme kloof diep beneden je. In tijden van regen kan de klim naar de hangbrug door de glibberige keien op sommige plekken wat lastig zijn. Wel zijn er op de minst makkelijke punten stalen kabels aangebracht voor houvast.
Gorges de Kakuetta is een kloof gelegen bij het plaatsje Sainte-Engrâce. De kloof is ongeveer twee kilometer lang. Op sommige plekken is de kloof zeer diep en smal, de afstand tussen de rotswanden is dan slechts zo’n drie meter. Er zijn in de rotsen diverse grotten waar je in kunt. In dit gebied vind je heel veel mossen en varens. De wandeling door de hele kloof neemt ongeveer drie uur in beslag. Op sommige plekken is het even klimmen, maar lastig wordt het nooit. Wel is het bij nat weer lastig lopen, de plankieren en keien zijn dan erg glibberig. Voor de toegang tot de kloof moet je een kaartje kopen. Het viel ons hier ook weer op dat we nauwelijks andere toeristen zagen bij deze spectaculaire kloof.
De train d’Artouste naar het Lac d’Artouste
Bij Laruns kun je een mooie tocht maken via een kabelbaan, een klein treintje en een wandeling naar een klein bergmeer met kristalhelder water: het Lac d’Artouste. Als je de kabelbaan naar boven neemt, is de kans groot dat er ook een mountainbiker met zijn fiets meegaat in de lift. Vanaf het bergstation storten namelijk veel durfals zich in volle vaart naar beneden. Het is een spectaculair gezicht om hen de afdaling te zien maken.
Met een kleine trein over een smalspoor op een hoogte van circa 2.000 meter ben je ongeveer een uur onderweg naar het eindpunt. De open trein biedt je een geweldig uitzicht over de bergtoppen, rotswanden en valleien. Op diverse punten ga je echt rakelings langs de bergen. Na aankomst kun je een niet al te moeilijke wandeling maken naar het bergmeer. Het water is prachtig van kleur, maar ijskoud. Hierna wandel je weer terug naar het stationnetje, voor dezelfde terugweg met de trein en de kabelbaan.
In de Pyreneeën kan het weer vaak heel snel omslaan. Toen wij terug gingen met de trein, trok een dikke mist op. Eerst gaf het een hele mystieke sfeer. Later, toen de mist echt het zicht belemmerde, werd het erg fris. Zorg dus dat je iets warms bij je hebt als je deze tocht wilt maken.
Leuke plaatsen in Frans Baskenland
Hoewel we voor de natuur gingen in Frans Baskenland, genoten we ook van de rust en gemoedelijkheid die we in de diverse dorpen vonden. Naast de traditionele Baskische vlag die in iedere plaats fier wappert, is de kans groot dat je kennis maakt met een typische Baskische sport, Pelota genaamd. Met de hand of een houten bat wordt een bal tegen een muur geslagen. Het lijkt een beetje op squash. De Basken spelen het graag en in ieder dorpje is wel een Pelota-ruimte te vinden.
Wij verbleven vooral in Tardets Sorholus. Een heel schattig en klein dorp. Iets verderop ligt een grotere plaats, genaamd Oloron Sainte-Marie, beroemd om de mooie kathedraal. Bij de Atlantische kust zijn Biarritz en Bayonne bekende en grote steden die heel bijzonder zijn. Kortom: Frans Baskenland is absoluut de moeite waard!