
Genoeg te zien dus, maar hoe kom je er? We kiezen in dit geval voor de trein. Dat belooft een reis vol afwisseling. Vanuit de drukte van de Portugese hoofdstad Lissabon maken we ons op voor een vredige reis. Door het treinraam zien we eindeloze landerijen, weilanden vol kurkeiken en geïsoleerde dorpjes te midden van wijn- en olijfgaarden. En ooievaars. Heel veel ooievaars…

Leuk uitstapje naar Setúbal
Voordat we aan de treinreis van Lissabon naar Évora beginnen, brengen we een bezoek aan de kustplaats Setúbal. Vanuit Lissabon (station Sete Rios) gaat er elk uur een trein naar Setúbal. In drie kwartier bereiken we Setúbal.
De vismarkt van Setúbal
Setúbal heeft een van de grootste havens van Portugal. Het ligt in de monding van de Sado-rivier. Dit is een van de weinige plekken in Europa waar vrijwel permanent dolfijnen zijn te vinden. Vanaf het strand zie je het Castelo de São Filipe liggen. Het fort moest beschermen tegen onverhoedse Engelse aanvallen en eventuele Noord-Afrikaanse piraten. Van bovenaf is het zicht op de wijde omgeving van Setúbal prachtig.

De plaats werd al vroeg ontdekt door de Romeinen. Die kwamen hiernaartoe om de vis te zouten, zodat die langer houdbaar bleef. Tegenwoordig komen in de haven dagelijks vissersboten binnen met een enorme variëteit aan vis. Zoals sardines, zeebaars en de beroemde ‘choco’ (inktvis). Deze inktvis wordt gebruikt voor dé lokale specialiteit: choco frito.
De Mercado do Livramento is een van de mooiste en beroemdste vismarkten van Portugal. De overdekte markt is een bruisende plek waar locals en chef-koks hun verse ingrediënten kopen. Het is een geweldige ervaring om de marktkooplui te zien onderhandelen en de vis zo vers mogelijk uitgestald te zien. Het marktgebouw zelf is ook fraai. De binnenkant is versierd met prachtige azulejos. Deze tegeltableaus met traditionele blauwe en witte Portugese tegels beelden de geschiedenis en cultuur van de regio uit.

Onze treinreis van Lissabon naar Évora begint
Onze reis begint in de Portugese hoofdstad Lissabon. Niet in de drukke straatjes van de binnenstad waar de gele trams af en aan rijden. Wij starten bij het ‘Parque das Nações’, het ‘park van de volken’. Ooit was dit een mistroostig havengebied, maar ruim vijfentwintig jaar geleden werd het flink op de schop genomen. Dit ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling (Expo ’98) die in Lissabon werd gehouden. Nu is het een levendig recreatiegebied en zakencentrum. Hier vind je onder meer het fraaie Oceanarium van Lissabon en het grote Vasco Da Gama-winkelcentrum. De lange boulevard maakt een wandeling langs de rivier de Taag tot een plezierig uitje. En wie niet wil lopen, pakt de kabelbaan voor mooie panoramische uitzichten.
Eind vorige eeuw werd hier ook het opvallende station Estação do Oriente (of: Gare do Oriente) gebouwd. Het futuristische, glazen station lijkt door zijn vorm met veel golvend staal en glas op een schip dat op het punt staat uit te varen. Dat was ook de bedoeling van architect Santiago Calatrava. Op die manier wilde hij de maritieme geschiedenis van dit deel van Lissabon eren. Weer anderen vinden het meer weg hebben van een ‘glazen kathedraal’.

Bingo!
Gare do Oriente is een van de drukste ‘hubs’ van de stad. Zo is het onder meer het belangrijkste vertrekpunt in Lissabon voor treinen naar Porto (in het noorden) en naar de Algarve in het zuiden. Wij stappen op de trein naar het oosten naar Évora. Dat wil zeggen, zodra de wilde staking die is uitgebroken onder ontevreden treinpersoneel, achter de rug is. De treinenloop valt stil en er zit niet veel anders op dan … wachten. De meeste passagiers halen hun schouders op en wachten af. Maar dit is Portugal. Dus zo snel als de staking werd ingezet, zo snel is-ie ook weer achter de rug.
De meeste passagiers zien er wel de lol van in. Ook een groep Amerikaanse toeristen. “We werden van het kastje naar de muur gestuurd. Eerst werden we doorverwezen naar perron 7, toen naar 4, daarna naar 2 en ten slotte naar perron 6. Dat bleek uiteindelijk het goede platform te zijn.” Lachend: “Het was net alsof we bingo aan het spelen waren. Maar ach, daarvoor zijn we hier: avontuur.”

Golden Gate Bridge
En dan na een klein uur vertraging stappen we op de trein van CP (Comboios de Portugal, de Portugese NS) voor een rit van anderhalf uur. Zo begint eindelijk onze treinreis van Lissabon naar Évora echt. Al snel rijden we de ‘trots van Lissabon’ op: de beroemde rode hangbrug, de ‘Ponte de 25 Abril’. Hij lijkt als twee druppels water op de Golden Gate Bridge in San Francisco. We kruisen nu op zo’n 70 meter hoogte het smalste deel van de rivier de Taag.
Vanuit het zijraam vangen we een glimp op van het beroemde Christusbeeld van de stad. Vanaf een hoogte van meer dan honderd meter strekt hij zijn handen zegenend over de stad uit. Een kopie ervan staat in Rio de Janeiro in Brazilië, dat ooit een kolonie van Portugal was.
Pal onder het autodek van zes rijstroken breed ligt de spoorlijn. Die was oorspronkelijk wegbezuinigd, maar werd in 1999 toegevoegd. Daarvoor werden er eerst extra hangdraden aan de brug bevestigd. Tot die tijd werden mensen met een ferry overgezet naar de andere kant van de Taag. Daarvandaan konden ze hun spoorreis weer vervolgen.

Alentejo-streek
We hebben de buitenwijken van Lissabon achter ons gelaten. De route loopt voor een groot deel door de uitgestrekte Alentejo-streek. Het begin van onze treinreis van Lissabon naar Évora gaat echter nog door het district Setúbal. De eerste lentebloemen steken hun kopjes op en veranderen de glooiende vlaktes in gele oases. Het zijn eindeloze gebieden met kurk-, olijf- en wijngaarden.
Zodra we de Alentejo binnenrijden wordt het landschap dat zich aan het treinraam ontrolt, steeds opener. Weidse velden die zich uitstrekken tot aan de horizon, vaak bezaaid met kurkeikenbomen (een symbool van de Alentejo) en hier en daar een boerderij.

Tejo is het Portugese woord voor de rivier Taag. Alentejo wil zoveel zeggen als ‘voorbij de Taag’. De Alentejo is de grootste regio van Portugal, en beslaat bijna een derde van het land. Qua grootte is ‘t vergelijkbaar met Nederland. Met dit verschil dat er maar zo’n 700.000 mensen wonen.
Voor de Romeinen was deze streek een belangrijk gebied; ze bouwden dammen en irrigatiesystemen. Hiermee werd het mogelijk om ook hier graan voor het keizerrijk te verbouwen. Ondanks de komst van de Romeinen en in latere eeuwen de Moren, bleef de Alentejo vooral een plattelandsstreek. Toen ontdekkingsreizigers als Vasco da Gama Portugal haar eigen Gouden Eeuw bezorgden, profiteerde dit gebied daar niet echt van.

Bossen vol kurkbomen
Deze streek moet het nu vooral hebben van … kurk. Op dat gebied is de Alentejo marktleider. Hier wordt ongeveer de helft van de wereldwijde kurkvoorraad geproduceerd. Portugal is daarmee de grootste exporteur van de wereld. Ongeveer elke negen à tien jaar wordt de kurkeik ontdaan van de bast, zonder de boom zelf te beschadigen. In de bomen staan cijfers gekrast – van het laatste jaar waarin de kurk is ‘geoogst’. Zo houden de boeren bij wanneer er weer nieuwe kurk vanaf kan worden gehaald. Meestal duurt het wel een jaar of tien, voordat er voldoende nieuwe kurkschors is aangegroeid.
De eerste oogst vindt trouwens pas plaats als de boom zo’n 25 jaar oud is. De Portugezen blijken enorm vindingrijk in het bedenken van allerlei producten die je van kurk kunt maken: tassen, schoenen, hoeden, paraplu’s en zelfs meubels. En natuurlijk wijnkurken.

Ook het spoor rijdt door uitgestrekte weilanden vol kurkeiken. In de buurt van onze treinroute, treffen we een gigantische kurkeik uit 1783. In 2018 werd hij verkozen tot Europese Boom van het Jaar. Eerder al belandde hij als grootste kurkeik ter wereld in het Guinness Book of Records. In zijn lange leven is hij al meer dan twintig keer van zijn bast ontdaan. Zo heeft de eik op die manier zijn bijdrage aan de Portugese kurkindustrie wel geleverd.
En waar kurk is, is ook wijn. De Alentejo-regio is de grootste wijnproducent van Portugal. Er is de laatste jaren veel geïnvesteerd in modernisering van het productieproces. De streekwijnen gelden als kwaliteitswijnen. Dit dankzij de vele zonuren, de bodemeigenschappen in deze streek en de gevarieerde druivensoorten.

Het Portugese Stonehenge
We passeren enkele van de opvallendste bezienswaardigheden van deze streek: de prehistorische steencirkels die op verschillende plaatsen rond Évora te vinden zijn. Ze staan ook wel bekend als de Cromeleque dos Almendres. Sommige van de mysterieuze cirkels werden pas in 1966 ontdekt!
Het is niet helemaal duidelijk waarom deze megalitische monumenten (megas=groot, lithos=steen) werden opgericht. Waarschijnlijk werd hier de zonnewende gevierd en was het de plaats waar astronomen de bewegingen van zon en maan observeerden. De Cromeleque dos Almendres ligt in een bosrijk landschap en is een indrukwekkende plek voor liefhebbers van geschiedenis en archeologie. De locatie is gratis te bezoeken.

Ooievaars
Naarmate de trein verder landinwaarts rijdt, wordt het terrein glooiender. Het is april en het wemelt van de broedende ooievaars. Ze nestelen hier in groten getale. Normaliter overwinteren ooievaars in Afrika, maar door de overvloed aan voedsel en de milde winters in de Alentejo kiezen veel ooievaars ervoor om hier te blijven en niet verder naar het zuiden af te zakken.

Alentejo-Express
De fraaie treinreis van Lissabon naar Évora komt tot een eind. Na een rit van 130 kilometer loopt de Alentejo-Express binnen op het station van de eindbestemming Évora, de grootste stad van de Alentejo. In de volksmond ook wel ‘de Witte Dame’ genoemd. Het heeft een rijke geschiedenis en staat niet voor niets op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

De kleine stad werd gesticht door Romeinen en bereikte haar ‘Gouden Eeuw’ in de vijftiende eeuw toen de Portugese koningen er zich vestigden. Na een mooie reis vanuit het bruisende Lissabon door de rustieke ‘countryside’, valt er voor de passagiers zo dadelijk genoeg te ontdekken!
![]() |
Wil je meer lezen over de streek Alentejo? Lees dan onze blogs over Alentejo, met onder andere aandacht voor Elvas, Évora en Serra de São Mamede. |

De fraaie omgeving van Évora
Het gebied rondom Évora nodigt uit tot verkenning. Een mooi uitstapje is naar de plaats Monsaraz.
Monsaraz
Het spoor komt langs kleine gehuchten, dorpjes en stadjes die her en der in het landschap verspreid liggen. De meeste zijn witgepleisterd met kleurrijke accenten, wat typerend is voor deze streek. Iets voorbij Évora ligt hoog op een heuveltop Monsaraz, een van de mooiste dorpjes in de Alentejo. Het middeleeuwse dorpje heeft geen station, maar is vanuit Évora heel goed met de bus te bereiken. Het is rustig in de kronkelige straatjes en op het dorpsplein. De meeste ‘locals’ houden hun siësta. De zon schijnt volop, een enkele vogel kwettert.

Aan de voet van Monsaraz ligt het stuwmeer van Alqueva, dat de Alentejo moet behoeden voor uitdroging. Talloze huizen moesten onder water worden gezet om dit meer te realiseren. Dat leidde tot de gedwongen verhuizing van een groot aantal inwoners die huis en haard achter moesten laten om elders een nieuw leven op te bouwen. Het hooggelegen Monsaraz ontsprong die dans gelukkig.
Monsaraz en de dorpen in de omgeving vormen een van de beste plekken in Europa om de sterrenhemel te bewonderen. Ze liggen in het Alqueva Dark Sky Reserve. Daar is dankzij minimale lichtvervuiling de indrukwekkende sterrenhemel in al zijn glorie te zien. Dit gebied strekt zich uit over maar liefst 10.000 vierkante kilometer.

Meer zien van de treinreis van Lissabon naar Évora?
Wil je meer zien van deze route? Bekijk dan de aflevering van Rail Away over de treinreis van Lissabon naar Évora. Ideaal om alvast in de sfeer te komen.
Veelgestelde vragen over de treinreis van Lissabon naar Évora
Het vertrekpunt van deze treinreis is op het station Lisboa Oriente.
Viermaal per dag rijdt er een rechtstreekse trein van CP (Comboios de Portugal) tussen Lisboa Oriente en Évora. De comfortabele rit duurt ongeveer anderhalf uur.
De prijzen zijn afhankelijk van de gekozen klasse. Kijk voor de actuele tarieven en vertrektijden op de website van Comboios de Portugal.
Tijdens de treinreis van Lissabon naar Évora geniet je van het steeds veranderende uitzicht: van stedelijke wijken naar het rustige, landelijke Alentejo. Onderweg zie je glooiende heuvels, wijngaarden, kurkeiken en uitgestrekte velden vol bloemen in het voorjaar. De trein passeert ook charmante witte dorpjes met blauwe accenten, typisch voor deze regio. Het tempo van de reis is ontspannen en ideaal om tot rust te komen. Voor cultuurliefhebbers is het een sfeervolle overgang naar het historische Évora. De comfortabele trein maakt dit een aangename en toegankelijke ervaring voor elke reiziger.
De Alentejo staat bekend om zijn uitgestrekte landschappen met kurkeiken, wijngaarden en witgekalkte dorpjes. De regio is beroemd om haar wijn, olijfolie, traditionele gerechten en rustgevende sfeer. Historische steden zoals Évora en Elvas tonen een rijk erfgoed met Romeinse en middeleeuwse invloeden. Het is een ideale bestemming voor liefhebbers van cultuur, natuur en gastronomie. Je leest er meer over op onze blogpagina over Alentejo.
- Mar de Ar Aqueduto in Évora. Dit luxe hotel bevindt zich in een 16e eeuws paleis, net binnen de oude stadsmuur van het UNESCO-stadje. Onze kamer was zeer ruim en van alle gemakken voorzien. Het vijfsterrenhotel dat zelfs over een spa beschikt, vonden wij naar verhouding goed betaalbaar. In het laagseizoen betaal je ongeveer 120 euro voor twee personen inclusief ontbijt.
- De pittoresk gelegen oude hoeve van Monte do Serrado de Baixo. De sfeervol ingerichte boerderij bevindt zich midden in een kurkeik- en olijfboomgaard. Ze serveren er heerlijke, lokale gerechten en uitstekende wijnen.
- Andere tip: Pousada Convento de Evora, gelegen bij de oude Romeinse tempel in het hart van het oude centrum van Évora. Het chique hotel bevindt zich in een oud klooster daterend uit de 15e eeuw. Ondanks het prachtige, klassieke interieur zijn de voorzieningen modern en comfortabel.
Geschreven door onze gastblogger Joanne Brouwer. Foto’s: Joanne Brouwer en Gerben van Ommen
Aanbevolen reisgidsen



