In deze blog
- Het Aostadal
- Cogne, uitvalsbasis voor het wandelen in het Aostadal
- Wandelen in het Aostadal: dagtochten
- Wandelen in het Aostadal: meerdaagse huttentochten
- Nog veel meer mogelijkheden om te wandelen in het Aostadal
- Praktische vragen als je wilt wandelen in het Aostadal
- Dit interesseert je wellicht ook
Het Aostadal
De bergreuzen doemen in het Aostadal van alle kanten op. Aan de westkant van het Aostadal ligt de Mont Blanc, de hoogste top in de Alpen. In het noorden liggen de Zwitserse alpen, met onder andere de Matterhorn. Aan de zuidkant van het dal ligt de hoogste Italiaanse berg, de Gran Paradiso. Dit gebied is ideaal voor prachtige bergwandelingen. De uitzichten zijn daarom altijd fenomenaal. Wandelen in het Aostadal betekent dat je je nietig voelt, met de hoogste toppen van de Alpen in de nabijheid.
Daarnaast wandel je in het oudste nationale park van het land: het Nationaal Park Gran Paradiso. Het kleine broertje van het nationaal park Gran Paradiso is natuurpark Mont Avic. Minstens net zo mooi, maar veel minder bekend. Dat heeft een groot voordeel. Het is in Mont Avic een stuk rustiger dan in Gran Paradiso. In beide parken leven marmotten, steenbokken en gemzen. Onderweg geniet je van kleurige bloemen in de alpenweiden en schitterende bergmeren.
Cogne, uitvalsbasis voor het wandelen in het Aostadal
Het Aostadal is groot en bestaat uit diverse valleien. De meeste wandelaars bezoeken het gebied Val di Cogne. Dat is de vallei rondom de plaats Cogne. Dit dorp is de uitvalsbasis van bijna iedere wandelaar die het nationaal park Gran Paradiso. Denk niet dat je in een grote stad bent beland. Cogne heeft zo’n 1500 inwoners. Maar het is een gezellige plaats met diverse hotels, restaurants, cafés en winkels. De VVV van Cogne kan je zeer gedetailleerd informeren over de vele wandelmogelijkheden die de streek biedt.
Rondom Cogne liggen diverse kleine buurtschappen. Dat zijn bijvoorbeeld Gimillan, Valnontey en Lillaz. Ook die dorpjes zijn een perfect startpunt voor het wandelen in het Aostadal. Als je van rust houdt, zit je in die dorpjes uitstekend. Ze hebben wel minder voorzieningen dan Cogne.
Wandelen in het Aostadal: dagtochten
Je kunt in het Aostadal oneindig veel verschillende dagtochten maken. Het is onbegonnen werk om die allemaal in deze blog te beschrijven. Belangrijk bij de keuze van je wandeling is de moeilijkheidsgraad van de wandelroute. Gelukkig geeft men dit op wandelkaarten en routeborden goed aan via een classificatiesysteem:
- T – Sentiero Turistico (toeristische wandeling). Vaak over goede paden, niet al te veel stijging.
- E – Sentiero Escursionistica (wandelpaden). Deze wandelingen zijn al wat uitdagender met diverse korte stijgingen. Soms komen er enkele korte gevaarlijkere stukken in voor.
- EE – Sentiero per Escursionista Esperti (ervaren wandelaars). Deze wandelroutes gaan over steile hellingen, rotsen of gladde stenen. Ervaring met bergwandelen is vereist.
- EER – Sentiero Alpinismo. De allerzwaarste bergwandelingen. Speciale uitrusting is vereist, net als alpiene ervaring en een perfecte conditie.
Hieronder pikken we er drie uit. Die hebben we zelf gemaakt, jaren geleden met onze kinderen. Zij waren toen 10 en 8 jaar. En hoewel het soms zwaar voor ze was, genoten ze van het begin tot het einde
Langs de Torrente Valnontey
Een makkelijke maar toch mooie dagtocht is vanuit Cogne via Valnontey naar Vermiana. Op de heenweg loop je langs de ene oever van de wild stromende Torrente Valnontey. In Valnontey is het waard om de botanische alpentuin te bezoeken. In het dorpje kun je ook wat drinken. Een uitstekende plek is hotel Herbetet, met gezellig terras. Op vele punten kijk je op de gletsjers van de machtige Gran Paradiso uit. De terugweg pak je de andere oever.
Naar rifugio Vittorio Sella
Een al wat meer uitdagende tocht, maar toch goed te doen, is vanuit Cogne wandelen naar rifugio Vittorio Sella. Onderweg kom je zeker bergmarmotten tegen. Ook de kans op steenbokken is bij deze tocht groot. Bij de rifugio doe je je tegoed aan een stevige lunch, zodat je de terugweg vol nieuwe energie kunt starten. Want bij deze wandeling maak je flink wat hoogtemeters. Loop hetzelfde pad weer terug. De andere mogelijkheden terug zijn voor ervaren bergwandelaars. Je kunt de route inkorten door te starten in Valnontey.
Van Lillaz naar Lago di Loie
Dit is een inspannende wandeling waar je zeker de hele dag voor nodig hebt. Maar de beloning is zoet. Al snel ontdek je de Cascate di Lillaz, de grote waterval. Daarna stijg je verder tot je uitkomt bij het meer Lago di Loie op ruim 2300 meter hoogte. Het is de ideale plek om uit te rusten en je op te frissen. Letterlijk, want het water is ijskoud. Bij helder weer zie je de besneeuwde toppen van de Mont Blanc. Over de vlakte gaat het verder naar Bardoney. Daarna begint de afdaling naar Lillaz. Zorg voor voldoende proviand en vooral water, want je kunt onderweg nergens wat kopen.
Wandelen in het Aostadal: meerdaagse huttentochten
Niets is leuker dan overnachten in een berghut, of rifugio zoals de Italianen zeggen. Hoog in de bergen de zon ‘s avonds zien ondergaan is een unieke ervaring. En de volgende ochtend ervaren hoe de eerste zonnestralen over de toppen van de bergreuzen komen, is net zo magisch. Wij hebben drie huttentochten gemaakt in het Aostadal. Alledrie zijn de moeite waard, maar vereisen goede tredzekerheid, een prima conditie en ervaring met wandelen in de bergen.
Sommige berghutten hebben privékamers. Andere alleen gedeelde kamers met vier bedden of meer. Als je in de rustige periode gaat, heb je die meestal voor je jezelf. De douches zijn wel altijd gedeeld.
Huttentocht in het natuurpark Mont Avic
Deze vijfdaagse tocht maakten we enkele jaren geleden. Daarover schreven we al een blog. Gemakshalve verwijzen we je naar de blog over de huttentocht in Mont Avic.
Naar berghut Sogno di Berdzé vanuit Gimillan
Deze tweedaagse huttentocht vanuit Gimillan blijft ons om diverse redenen altijd bij. Allereerst omdat we met een rammelende maag de wandeling voltooiden. De berghut waar we onderweg wilden lunchen was onverwacht gesloten. Ten tweede omdat we op onze route veel mountainbikers zagen. Maar vooral omdat het een inspannende, maar wonderschone wandeling is!
In ruim vier uur klimmen we naar Passo d’Invergneux door een schitterend landschap. Al snel lopen we boven de boomgrens. Als we op het hoogste punt aankomen, zijn we niet alleen. Diverse mountainbikers rusten er uit. Wanneer we over de pas kijken zien we er nog genoeg aankomen. Allemaal met de fiets op de nek, want fietsen is op de meeste stukken onmogelijk. De mountainbikers vertellen dat dit de mooiste route is van de regio. Wij vinden het maar vreemd, om een pas te bedwingen met een fiets kilometers aan je hand of op je nek. Daarna dalen we nog weer zo’n vier uur af naar onze berghut Sogno di Berdzé (ook wel Peradza genoemd). De eigenaar maakt snel een paar stevige boterhammen met boerenkaas klaar voor ons als hij onze uitgehongerde blikken ziet. Met een biertje in onze hand vergeten we gelijk onze ontberingen.
De volgende dag lopen we als eerste naar twee prachtige meertjes, laghi Miserino. We nemen hetzelfde pad terug om op de route te komen naar Lillaz. Vandaar steken we door naar Gimillan. Dan breekt de regen los. We waren al nat van het zweet, maar nu worden we echt zeiknat. Gelukkig houdt het snel weer op. Op het terras van onze albergo schijnt alweer de zon. De eigenaar brengt ons snel een biertje, dat gaat erin als koek!
Het is overigens mogelijk om vanuit de berghut Sogno die Berdzé verder te trekken naar rifugio Dondenaz in Mont Avic. Zo kun je een huttentocht van bijna een week maken als je daar zin in hebt.
Vanuit Valnontey naar berghut Vittorio Sella
We liepen al eens eerder de dagtocht naar deze rifugio. Nu gaan we voor het “echte werk”. We lopen het eerste stuk langs de wilde rivier Torrente Valnontey. Dan begint de gestage beklimming naar Alpe Money. Het pad gaat flink omhoog, net als onze ademhaling. De hele tijd hebben we zicht op de imposante Gran Paradiso. Even later lopen we een flink stuk over het puin van de gletsjer. We zijn hier bijna bij de bron van de rivier. De gletsjer heeft helaas nauwelijks ijs en sneeuw meer door de opwarming. Aan de andere kant van de rivier lopen we via een schitterend pad richting Casolari Herbetet. We stijgen in totaal zo’n 1000 hoogtemeters. Pas vlak voor de berghut Vittorio Sella bereiken we het hoogste punt op zo’n 2600 meter hoogte.
De volgende dag maken we nog wat uitdagender. In plaats van gelijk af te dalen naar Cogne, kiezen we voor een stevige kuitenbijter. We klimmen naar Colle della Rossa op ruim 3200 meter. Als we bijna boven zijn, horen we puin naar beneden glijden. Het blijkt dat een kudde gemzen de oversteek maakt naar een ander deel. Het is een fascinerend gezicht om ze zo gemakkelijk te zien bewegen over de steile hellingen. Als we de top bereikt hebben, begint onze lange afdaling naar Cogne. Het laatste stuk lopen we door het bos. Als we dat uitkomen, hebben we een prachtig zicht op het bergdorp. Daarna lopen we langs de rivier terug naar Valnontey, waar onze auto staat bij hotel Herbetet. Op het terras doen we ons tegoed aan een koel biertje. Dat hadden we verdiend na al dat klimwerk!
Nog veel meer mogelijkheden om te wandelen in het Aostadal
Dit gebied blijft ons elke keer weer verrassen. Daarom komen we er zeker nog eens terug. Op ons verlanglijstje staat bijvoorbeeld nog de driedaagse huttentocht vanuit Étroubles via de berghut Chaligne naar de rifugio Fallère. Maar ook diverse dagtochten willen we zeker nog eens maken. Dit gebied is een waar eldorado voor de bergwandelaar!
Praktische vragen als je wilt wandelen in het Aostadal
Het Aostadal is een regio in het uiterste noordwesten van Italië. Het grenst in het westen aan Frankrijk, in het noorden aan Zwitserland en in het zuiden en oosten aan de Italiaanse regio Piëmonte.
Het snelste gaat de reis met de auto. De afstand vanaf Utrecht is iets meer dan 1000 kilometer. De route gaat door Zwitserland. Hiervoor heb je een tolvignet nodig. Bestel hier je tolvignet voor Zwitserland alvast online.
Met de trein kun je ook naar Aosta reizen. Je moet onderweg diverse keren overstappen. In totaal ben je 12 tot 15 uur onderweg om Aosta te bereiken. Daar kun je dan het beste een auto huren om verder te reizen. Met het openbaar vervoer is het namelijk erg lastig om de dorpen te bereiken.
Als je met het vliegtuig wilt komen, vlieg je aan op Turijn. Van daaruit is het nog ruim een uur rijden met een huurauto naar het Aostadal.
De beste wandeltijd is vanaf half mei tot eind september. Daarvoor en daarna kan er flink wat sneeuw vallen en zijn de paden slecht begaanbaar. Als je wandelingen op grote hoogte wilt maken, ligt er zelfs nog sneeuw in juni op enkele passages.
In juli en augustus kan het heet zijn. Omdat je vaak aardig moet klimmen, is die hitte niet ideaal. Daarnaast is in augustus het nationaal park Gran Paradiso erg druk. De Italiaanse wandelliefhebbers komen in hun zomervakantie graag naar dat park. Als je flexibel bent, ga dan eind mei tot eind juni of in september wandelen in het Aostadal.
Als je nog nooit in de bergen hebt gelopen, is het verstandig om je hierop goed voor te bereiden. Want een bergwandeling is compleet wat anders dan een mooie heidewandeling in ons platte kikkerlandje. Volg bijvoorbeeld een online wandeltraining bij gecertificeerd wandeltrainer Wanda Catsman. Dan begin je goed voorbereid aan je eerste bergwandeling in het Aostadal.
Het allerbelangrijkste is een gedetailleerde wandelkaart van het Aostadal. Maar er zijn nog veel meer belangrijke artikelen die je zeker mee moet nemen als je een bergwandeling in het Aostadal gaat maken. Je leest er alles over in de blog met tips over wandelen in de bergen.
In Valnontey, een buurtschap niet ver van de grote plaats Cogne, ligt hotel Herbetet. Een uitstekend hotel met mooie kamers, perfecte service en natuurlijk lekker eten. Vanaf het hotel loop je zo naar de mooiste wandelroutes in de buurt.
In Gimillan, ook een klein dorp niet ver van Cogne, ligt Hotel Locanda Grauson. De vriendelijke eigenaar en zijn vrouw doen er alles aan om het naar je zin te maken. Open het raam van je kamer en je geniet van een wonderschoon uitzicht op de bergen.
In Champorcher ligt het fantastische Bed & Breakfast Maison de Grand Maman. De eigenaar heeft het eigenhandig verbouwd met veel authentieke materialen. Zijn ontbijt is fantastisch. Hij is ook natuurgids in de regio.
Hierna vind je voor de belangrijkste plaatsen in het Aostadal een overzicht van alle accommodaties.
- Aosta
- Champorcher
- Cogne, inclusief de buurtschappen Gimillan, Lillaz en Valnontey